Mag ik autorijden na een CVA?
Het doormaken van een beroerte kan vervelende gevolgen hebben voor uw mogelijkheden in het verkeer. Zo kan het zijn dat de beroerte dusdanig veel invloed heeft gehad op uw reactiesnelheid, concentratie of gezichtsvermogen dat autorijden niet meer veilig is. Als u een beroerte hebt doorgemaakt mag u daarom gedurende twee weken na de uitvalsverschijnselen niet autorijden.
Na twee weken, mits u geen lichamelijke of geestelijke functiestoornissen hebt overgehouden, mag u weer autorijden. Als u na die twee weken nog wél functiestoornissen heeft, dan mag u gedurende drie maanden niet autorijden.
- Voor bestuurders die een TIA hebben gehad en bestuurders die restloos zijn hersteld van een beroerte, is geen rapport van een neuroloog meer nodig. Een huisarts mag de beroertevragenlijst invullen. Dit geldt voor groep 1 en groep 2 rijbewijzen.
- Wanneer u blijvende schade ondervind aan uw beroerte en toch van mening bent nog te kunnen rijden zal uw Neuroloog een rapport met feitelijke informatie opstellen voor het CBR. Het CBR kan op basis van deze feitelijke informatie en de ‘regeling eisen geschiktheid 2000’ uw rijgeschiktheid beoordelen. De neuroloog kan dit in uw poliklinische afspraak met u bespreken en de feitelijke informatie voor u opstellen tijdens deze poliklinische afspraak.
Melding
Het is uw eigen verantwoordelijkheid het CBR in te lichten dat u een beroerte hebt gehad. U hebt geen meldingsplicht, maar het CBR raadt aan gebruik te maken van de ‘eigen verklaring’.
U moet in ieder geval uw autoverzekeraar inlichten over uw medische situatie, deze is namelijk veranderd en dit bent u verplicht te melden (zie uw polisvoorwaarden van verzekeraar).
Aanvullende informatie vindt u in de folder: ‘Met een handicap veilig achter het stuur’, een uitgave van het CBR op www.cbr.nl
Als u voor uw beroep autorijdt (b.v.chauffeur) geldt een andere procedure.